2182 De Boerenleenbanken en de Land- en Tuinbouw-Ongevallenwet 1922, In „Mededeelingen" no. 165 blz. 2088 hebben wij er reeds op gewezen, dat de Boerenleenbanken onder de bepalingen der Land* en Tuinbouwongevallenwet 1922 vallen (niet echter onder de Ziekte;wet) en hebben wij aansluiting verzocht bij de Boeren; en Tuinders;Onder; linge. Wij meenen goed te doen er verder de aandacht van de beheerders onzer plaatselijke Boerenleenbanken op te vestigen, dat de Rijksverzekeringsbank gerechtigd is een navordering te heffen vanaf 1 September 1928. Wan; neer nu onze banken die navordering krijgen, dan weten zij, dat deze rechtsgeldig is, zoodat voor premiebetaling binnen den gestelden termijn zal moeten gezorgd worden. Notarisverklaring bij hypotheken. De praktijk heeft geleerd, dat het zooals elders overal gebruikelijk ook voor onze plaatselijke Boeren; leenbanken wenschelijk is, om in het vervolg bij alle door hypotheek gedekte vorderingen een z.g. notaris; verklaring te doen overleggen. Die verklaring, waarvoor bij de C. C. B. gratis formu; lieren verkrijgbaar zijn (formulier N. V.), achten wij noodig, o.a. om een bewijsstuk te hebben, dat de titels in orde zijn en dat de inschrijving ten hypotheekkantoor behoorlijk op tijd heeft plaats gehad. De beheerders onzer plaatselijke Boerenleenbanken gelieven hiervan goede nota te nemen en te zorgen, dat bij alle hypotheken te verleenen na 1 September 1930 een verklaring als hier bedoeld door den betrokken notaris wordt afgegeven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 10