2147
niet ongemerkt voorbij te doen gaan. Want vanaf 1905
eerst als Bestuurslid en later als lid en President van den
Raad van Toezicht, heeft Mr. Aquarius de Boerenleen*
bank gediend met volstrekte onbaatzuchtigheid en be*
langelooze toewijding.
Zeer veel tijd en moeite heeft hij daarvoor besteed.
Ik kan zeggen, nooit was hem iets te veel, als het erom
ging de belangen der Boerenleenbanken te bevorderen
en in den geest der pioniers v. d. Elzen, v. d. Marck, v. d.
Heuvel, Berkvens, met wie hij jaren samenwerkte, de
Boerenleenbankorganisatie steeds verder en beter tot
ontplooiing te brengen.
Daarvoor meen ik, zijn wij verplicht hem hier openlijk
hulde te brengen, al weet ik, dat hij die zal afwijzen.
Moge Mr. Aquarius nog een lange reeks van jaren voor
ons werken gespaard blijven, moge hij nog lange jaren
zijn wijs en verstandig woord in onze Bestuursvergade*
ringen doen hooren, mogen wij nog lang zijn forsch en
schoon geluid in deze Algemeene Vergaderingen kun*
nen bewonderen. (Applaus).
Geachte vergadering, men zou kunnen denken dat ik
te veel tijd besteed om de persoonlijke gebeurtenissen,
om het zoo te noemen, van onze organisatie te herrem
ken. Ik meen evenwel, dat er ééns in de 25 jaren wel
reden is om dat te doen en ik ben er blij om, te hebben
kunnen constateeren, dat u het daarin met mij eens is.
Wij hebben nog meer reden tot verheugenis en dank*
baarheid.
Want als ik naga de resultaten, die wij in het boekjaar
1929 hebben mogen bereiken, dan kunnen wij met dank
aan God constateeren, dat het een gunstig jaar is ge*
weest voor onze organisatie.
De winst onzer Centrale Bank is in vergelijking met
1928 aanzienlijk toegenomen, hetgeen vooral te danken
is geweest aan den stand van de rente op de geldmarkt,
die het mogelijk maakte in het afgeloopen jaar het over*
tollige geld behoorlijk rentedragend te beleggen.
In het laatste kwartaal van 1929 werd de economische
wereld verontrust door de Amerikaansche beurscrisis,