2161 zou verzuimen, denkend, dat toch alle schade zou vers goed worden. Indien het Fonds tot 250.000 gestegen is, worden er geen bijdragen meer aan gegeven, zoolang dit bedrag in het Fonds blijft. En wanneer in de eerste jaren grootere schade zou geleden worden dan het bedrag, dat het Fonds bezit, dan wordt dit meerdere omgeslagen over alle boerenleenbanken en de Centrale Boerenleenbank in dezelfde verhouding als de jaarlijksche storting. IHaar in een en hetzelfde jaar zal niet meer dan het 5=voud der premie behoeven betaald te worden. Het eerste jaar zal de Centrale Bank, inplaats van 5.000, in dit Fonds storten 25.000; en daarenboven ligt het in de bedoeling in de eerste jaren eene hervers zekering te sluiten bij eene soliede Maatschappij. Het beheer van dit Fonds zal komen bij het Bestuur der Centrale Boerenleenbank, die ook het bedrag der schade zal vaststellen; zou de betreffende Boerenleem bank met deze vaststelling geen genoegen nemen, dan heeft zij beroep op den Raad van Toezicht der Centrale Boerenleenbank. In de Statuten van dit Fonds is voorzien, dat de scha* de, te dragen door het Fonds, minder kan zijn dan 90c/o der schade, wanneer het Bestuur een gewoon toezicht zou verwaarloosd hebben, of de bepalingen der Statuten en voorschriften der Centrale Bank niet zou hebben nas gekomen. Deze regeling is getroffen opdat het Fonds niet tot nalatigheid zou aanleiding geven. De bedragen, door de plaatselijke Boerenleenbank voor dit Fonds te betalen, worden berekend naar de eind* cijfers harer balansen. Hoe meer er in de boerenleenbank omgaat, des te hoos ger is immers het risico; daarom dat de eindcijfers der balans als maatstaf genomen zijn, met als maximum één millioen gulden. Volgens berekening zal de hoogste jaars lijksche premie bedragen 148.47 en de kleinste 1.93. Indien deze vergadering tot de instelling van dit Fonds besluit, dan mogen wij de voldoening hebben een nicus wen en grooten stap in de richting der onderlinge sas menwerking gedaan te hebben.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 21