2154
vangen. De reserves onzer banken moeten vergroot
worden, en er moet tegen gewaakt worden dat van de
relatief toch al niet te groote winsten onzer banken niet
meer dan strikt noodig is afvloeit voor allerlei doelein*
den,, die hoe lofwaardig in zich ook toch in deze tijden
zouden moeten wijken voor hetgeen het meest noodig is,
nl. de banken sterk te maken en bestand te doen zijn
tegen mogelijke terugslagen.
Waar dit gevoeglijk kan, moet er m.i. naar gestreefd
worden om het verschil tusschen de rente van spaar*
gelden en voorschotten te vergrooten, om zoo te komen
tot betere bedrijfswinsten, wat noodig is om een der
doelstellingen onzer Boerenleenbanken, het verminderen
der aansprakelijkheid der leden door het versterken der
reserves, zooveel doenlijk te verwezenlijken.
M. H.
En dan in de vierde en laatste plaats zou ik aan deze
vergadering vooral willen voorhouden, dat in het bij*
zonder sterkte en kracht is te zoeken in een zeer nauwe
aaneensluiting en eendrachtiger samenwerking dan ooit.
Ik heb daar in het verleden menigmaal op gewezen, en
ik vind er nu een aanleiding te meer toe, nu wij in dit
jaar nog tot ons groot leedwezen een onzer banken,
die jarenlang in ons verband was, hebben moeten uit*
sluiten van het lidmaatschap onzer organisatie. Noch*
tans hebben bestuur en Raad van Toezicht onzer Cen*
trale gemeend in het welbegrepen belang van het geheel
niet te mogen toestaan, dat de Borenleenbank Woensel
zich boven en buiten de statuten en de beslissingen der
algemeene vergadering stelde en zich niet stoorde aan
den belangrijken regel, dat voor het doen van beleggin*
gen de voorafgaande goedkeuring der Centrale Bank
moet verkregen worden, omdat het een levensbelang
onzer organisatie is, dat er voldoende overzicht blijft be*
staan voor de wijze, waarop de direct opvorderbare
gelden worden belegd, teneinde zoo noodig tijdig maat*
regelen te kunnen nemen ter versterking der liquiditeit.
Dit voorschrift, dat immers in onze grondregelen werd
opgenomen ter verzekering van een goede liquiditeit is