2100
voor een voorstel eene meerderheid is, ja, dan neen.
Maar met deze wijze van stemmen, moet men zeer
voorzichtig zijn, en daarom is het zeer wenschelijk
steeds twee maal deze wijze van stemmen toe te pas*
sen, n.1. eerst te laten opstaan die „vóór" het voorstel
zijn, en dan te laten opstaan die er „tegen" zijn. Daar*
door is gemakkelijk te constateeren, of er eene flinke
meerderheid vóór of tegen is. Zoude er maar de minste
twijfel zijn, of de meerderheid vóór of tegen is, wat
zou kunnen voorkomen als bij telling het op enkele
stemmen zou aankomen, dan ga men over tot het af
roepen der namen. Eveneens, wanneer iemand uit de
vergadering twijfel over het al dan niet aanwezig zijn
eener meerderheid zou uitspreken.
Bij uitzondering kan het voorkomen, dat over eene
zaak of zakelijke kwestie met gesloten briefjes moet
gestemd worden, namelijk wanneer één vierde der aan*
wezigen zulks vordert. Zulke geheime stemming kan
wenschelijk zijn, wanneer aan de zakelijke kwestie een
persoonlijken kant zit, of wanneer door eene stemming
ééne groep (bijv. die der spaarders of die der voor*
schotnemers) zou kunnen bevoordeeld of benadeeld
worden.
Art. 44.
6. Twee stemopnemers en een secretaris vvor*
den door den Voorzitter aangesteld.
De stemopnemers hebben tot taak de stemmen te
tellen, en het resultaat ervan aan den Voorzitter mede
te deelen.
Hoewel de Statuten hun geen geheimhouding opleg*
gen, ligt het toch in den aard van het hun toevretrouwd
ambt, dat zij niet vertellen, op wien degene gestemd
heeft, wiens schrijfwijze of schrijftrant zij zouden ken*
nen. Want de stemming met briefjes is uit haar aard ge*
heim, en dus moeten de stemopnemers, als eerlijke men*
schen, dat geheim zooveel mogelijk bewaren.
De stemopnemers kunnen eene stem van onwaarde
verklaren, bijv. als de naam onleesbaar is, of als er