BIJLAGE III. PREMIES TE BETALEN DOOR DE PLAATSELIJKE BANKEN. Het bedrag der jaarlijksche premie te dragen door de aangesloten plaatselijke boerenleenbanken ad 20.000, is over deze banken omgeslagen naar verhouding van de eindcijfers harer balansen per 31 December 1928 (de laatste gegevens waarover wij beschikken) naar bene* den afgerond tot sommen van 1000. De eindcijfers werden in aanmerking genomen tot hoogstens 1.000.000.(zie art. 6 van het Reglement van het Waarborgfonds). In de berekening zijn niet opgenomen de 6 banken die in 1929 werden aangesloten, t.w.: Beverwijk; Buchten; Erica; Loosbroek; De Rips en Soercndonk. Ook zijn niet medegerekend de Boerenleenbanken Schelle en Woensel. Aalst 130 19.30 Aardenburg 257 38.16 Aarlanderveen 47 6.98 Aarle Rixtel 188 27.92 Abcoude 216 32.07 Acht 269 39.94 Afferden Gld. 134 19.89 Afferden L 270 40.09 Akersloot 179 26.58 Albergen 454 67.42 Almelo 365 54.19 Alphen Gld 56 8.32 Alphen N. Br 307 45.58 Altforst 57 8.47 America 129 19.15 Ammerzoden 329 48.85 Amstenrade 244 36.23 Transporteeren 3631 539.14 Omzet in Te betalen duizendtallen. PREMIE.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 33