11
wordt het tekortkomende over de Centrale Bank en de
bij deze aangesloten Boerenleenbanken omgeslagen
naar dezelfde verhouding, als hierboven voor de stor*
ting en de premie vastgesteld, met dien verstande, dat
over geen jaar meer dan het vijfvoud der storting of
premie kan worden geheven.
Artikel 9.
De rekeningen der Centrale Bank en van de plaatse*
lijke Boerenleenbanken worden voor hare bijdragen,
zoowel terzake van storting en premie, als terzake van
omslag, door de Centrale Bank gedebiteerd, terwijl het
fonds voor die bijdragen wordt gecrediteerd, alles per
31 December van ieder jaar, voor het eerst op 31 De*
cember 1930.
Artikel 10.
De middelen van het Waarborgfonds worden belegd
hetzij bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank,
hetzij in fondsen waarin de Rijkspostspaarbank haar
gelden belegt, hetzij in hypotheken tot bedragen van
hoogstens 2/s van de geschatte verkoopwaarde van het
onderpand, hetzij in pandbrieven der Boeren*Hypo*
theekbank.
De gekweekte rente wordt bij het fonds gevoegd, ook
wanneer het daardoor boven 250.000.zou stijgen.
Artikel 11.
De Algemeene Vergadering van het Waarborgfonds
valt steeds samen met de gewone jaarlijksche Alge*
meen Vergadering der Centrale Bank.
De oproeping voor de Algemeene Vergadering der
Centrale Bank geldt tevens als oproeping voor die van
het Waarborgfonds.
Artikel 12.
De rekening en verantwoording van het Waarborg*
fonds wordt telken jare in het jaarverslag der Centrale