BIJLAGE I. REGLEMENT VAN HET ONDERLING WAAR* BORGFONDS DER BOERENLEENBANKEN. Artikel 1. Dc Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, geves* tigd te Eindhoven en de bij haar aangesloten plaatselijke Boerenleenbanken zijn onderling en tegenover elkander verbonden tot tegemoetkoming in de schade, door laatstbedoelde plaatselijke Boerenleenbanken geleden: a. door brand, inbraak, diefstal of berooving; b. tengevolge van frauduleuze handelingen van haar Kassier of degenen, die krachtens besluit van het Be* stuur, goedgekeurd door den Raad van Toezicht en door het Bestuur der Centrale Bank, het kasbeheer waarnemen. Een en ander alleen voor zoover betreft geldswaar* den en alles overigens in den ruimsten zin genomen. Artikel 2. Om het in art. 1 aangegeven doel te bereiken, wordt op heden een zelfstandig fonds in het leven geroepen. Artikel 3. Het fonds draagt den naam: „Onderling Waarborg* fonds" en vormt eene zelfstandige instelling. De plaat* selijke Boerenleenbanken, leden van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, zijn tengevolge van haar lid* maatschap van deze Coöperatieve Centrale Boerenleen* bank tevens van rechtswege lid van het Waarborgfonds. Artikel 4. Het Waarborgfonds staat onder beheer en admini* stratie van het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boe* renleenbank en onder toezicht van den Raad van Toe* zicht dezer instelling.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 25