7
vervolgens. Deze eindcijfers worden tot hoogstens één
millioen in aanmerking genomen en naar beneden ah
gerond tot sommen van 1000.
Tot welke resultaten dit leidt, blijkt uit de cijfers in
Bijlage III dezer toelichting opgenomen. Het maximum
bedrag voor een bank op 31 December 1930 bij te dra*
gen is 148.47 en het minimum 1.93.
Omslagheffing.
Wanneer in eenig jaar de middelen van het Waar*
borgfonds niet toereikend zouden zijn, om aan de ver*
plichtingen te kunnen voldoen, wordt het tekortko*
mende over de Centrale Bank en de plaatselijke banken
omgeslagen in dezelfde verhouding waarin de jaarlijks
sche contributie en de premies tot elkaar staan dus als
1 4, evenwel met deze beperking, dat in één jaar niet
meer dan het vijfvoud der gewone bijdrage of premie
kan worden geheven.
Liquidatie.
Indien te eeniger tijd wordt besloten tot liquidatie
van het Waarborgfonds en er rest alsdan een batig
saldo, zoo zal dit als volgt worden besteed:
Allereerst wordt, na voldoening der schulden, maxi*
mum 23.000.zijnde de som door de Centrale Bank
bij de oprichting van het fonds gestort, teruggegeven.
Het restant wordt verdeeld tusschen Centrale en plaat*
selijke Banken in de verhouding van 1 4, terwijl voor
de onderlinge verdeeling onder de plaatselijke Banken
dezelfde maatstaf wordt genomen die gold voor de pre*
mieheffing in het aan de liquidatie voorafgaande boek*
jaar.
Voor de nadere uitwerking van bovenstaande ge*
dachten zij verder verwezen naar Bijlage I, inhoudende
het Reglement van het op te richten Waarborgfonds.
Hierbij zijn verder als bijlagen gevoegd de voorschrif*
ten in zake de zekerheidsstelling der Kassiers (Bij*
lage II) en de berekening van de premies, door elke
Bank te betalen over het boekjaar 1930 (Bijlage III).
Eindhoven, Mei 1930.