2088 De Boerenleenbanken en de Land- en Tuinbouw- Ongevallenwet 1922, In zake de Land- en Tuinbouw*OngevalIenwet 1922 zonden wij aan onze Banken onderstaande circulaire. Wij meenen goed te doen deze ook in ons Maandblad op te nemen. Aan de Besturen van onze plaatselijke Boerenleenbanken. Mijne Heeren, Reeds meermalen is de vraag gesteld, of onze Boe* renleenbanken ook vallen onder de Land* en Tuinbouw* Ongevallenwet 1922 en daar deze vraag verschillend werd beantwoord, hebben wij in deze een rechterlijke uitspraak uitgelokt. Er is thans in hoogste instantie uitgemaakt, dat de Boerenleenbanken inderdaad onder genoemde wet val* len en onze Banken zullen zich dus aan de bepalingen daarvan hebben te onderwerpen. Nu is het de aangewezen weg, dat de regeling van een en ander geschiedt door aansluiting bij de Boeren* en Tuinders=Onderlinge vereeniging voor ongevallen* verzekering van den Katholieken Nederlandschen Boe* ren* en Tuidersbond (Amalia van Solmsstraat 101, Den Haag), die dan verder al het noodige bezorgt. De agenten dezer boeren*instelling zullen dezer da* gen onze Banken bezoeken en onze Kassiers weten dan, dat zij komen, om in zake de Land* en Tuinbouwonge- vallenwet 1922 de noodige gegevens te verzamelen. Volgens de wet kan het ook geschieden door den Raad van Arbeid; voor onze Boerenleenbanken ligt het echter voor de hand de eigen bedrijfsvereenigingen te steunen. Hoogachtend, Coöperatieve Centrale Boerenleenbank Het Bestuur: A. N. FLESKENS, Voorzitter. Mr. V. G. G. M. DL1BOIS, Secretaris. EINDHOVEN, 13 Maart 1930.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 12