2064 Op 31 Dec. 1924 101.535.000 58.073.000 57.1 Op 31 Dec. 1925 112.078.000 60.294.000 53.6 Op 31 Dec. 1926 113.635.000 63.582.000 56.9 Op 31 Dec. 1927 119.332.000 65.516.000 54.9 Op 31 Dec. 1928 129.768.000 68.471.000 52.7 Uit deze cijfers blijkt, dat de inlagen in de Spaarbank in 1928 beduidend zijn toegenomen, en in verhouding meer dan de toename van het bedrag der voorschotten. Daardoor is de verhouding van het bedrag der spaar* gelden dat in voorschotten belegd is, nog gunstiger geworden. Van de 1000.spaargelden zijn in voor* schotten belegd 527.zoodat men tevreden mag zijn over de liquiditeit. Daarbij komt, dat onder de voorschotten in de Sta tistiek opgenomen zijn, eenige millioenen guldens, die in gemeenten en waterschappen zijn belegd, zoodat daardoor het percentage nog gunstiger beinvloed wordt. Vooral in een tijd, waarin de landbouw geen gunstige resultaten kan boeken, dient men dubbel voorzichtig te zijn met het geven van voosrchotten, die niet behoo* ren tot het bedrijfscrediet; want daardoor zou men zoo* vele bedragen kunnen vastleggen, dat men later zich zou moeten beperken bij het geven van bedrijfscrediet, en dat zou zeker te betreuren zijn, want dit soort ere* diet is het meest noodige. Indien men zich stipt houde aan de Reglementen en voorschriften, behoeft men, wat het landbouwcrediet betreft, er niet aan te twijfelen, dat dit ook in de toe* komst aan zijne roeping zal kunnen beantwoorden. Totaal der spaargelden Totaal der voor- Per en ontvangsten in schotten en uit- cen- loopende Rekening gaven in loopende tage. (afgerond). Rekening (afgerond).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 4