2070 wetsvoorstel, om den landbouwer de mogelijkheid te geven zijn levende en doode have te beleenen, zonder de beschikking erover te verliezen. Uit deze voorstellen blijkt wel, dat men in Zweden er niet in geslaagd is, het boerenleenbankwezen zulke kracht en ontwikkeling te geven als in Nederland waar dergelijke maatregelen onnoodig zijn, en waar de Boes renleenbanken enkel vragen op eenzelfde lijn behandeld te worden als andere Banken. Memorieboek, J. DE WERD. t Op Zondag 8 December, na een kortstondige ziekte, overleed in den ouderdom van 66 jaren, de heer J. de Werd, medeoprichter en sedert haar begin (1906) ons afgebroken bestuurslid der Boerenleenbank te Alem, Maren en Kessel. Verder was de overledene wethouder der gemeente Alem c.a., Bestuurslid van het waterschap „het LaagsKanaal", Hoofdingelande van het waterschap „de Maaskant" etc. en in al deze betrekkingen was de heer de Werd met succes en ijver werkzaam, in het belang zijner medemenschen; een hulp en vraagbaak voor velen. Elij ruste in vrede. H. v. d. WILDENBERG, f Op 14 December 1929 overleed te Zeelst in den ouders dom van 48 jaren de Heer H. v. d. Wildenberg, die van de oprichting der Boerenleenbank lid was van den Raad van Toezicht. De overledene woonde trouw alle vergaderingen bij, en had een goed doorzicht in alles wat hij ondernam; daarom werd zijn advies zeer op prijs gesteld. Tegelijk was hij ook bestuurslid van den Boerenbond en het R. K. Kerkbestuur. Moge de goede God den overledene zijn welverdiend loon geschonken hebben. Hij ruste in vrede.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 10