2047
Indiening van vorderingen bij Faillissement.
Hoewel gelukkig slechts zelden, toch komt het we!
eens voor, dat een voorschotnemer of een loopende re*
keninghouder onzer plaatselijke banken in staat van fail*
lissement wordt verklaard. Er wordt dan door de recht*
bank een curator benoemd, wiens taak het is voor ver*
effening van den boedel zorg te dragen. Om deze taak
naar behooren te kunnen vervullen moet de curator
echter over een juiste opgave kunnen beschikken van
de bedragen, welke schuldeischers nog van den failliet
te vorderen hebben. Op de schuldeischers rust daarom
de plicht, om een nauwkeurige opgave hunner vorderin*
gen aan den curator te doen toekomen. Niet alleen geldt
dit voor het geval dat het op het eerste gezicht duidelijk
is, dat er uit den boedel nog iets voor de schuldeischers
zal overblijven, maar ook wanneer er kans bestaat, dat
het faillissement wegens gebrek aan actief over eenigen
tijd weder zal moeten worden opgeheven en de schuld*
eischers dus in het geheel niets uitgekeerd krijgen.
Het is ons gebleken dat bij sommige Boerenleenban*
ken indiening der vordering hetzij bewust, omdat men
dacht dat er toch niets van terecht zou komen, hetzij
onbewust, omdat men van het faillissement is onkundig
gebleven, wel eens vergeten wordt, hetgeen later tot
groote onaangenaamheden aanleiding kan geven. Om
herhaling hiervan voor het vervolg te voorkomen geven
wij de beheerders onzer banken in overweging:
Onmiddellijk onze Centrale te waarschuwen, zoodra
het faillissement van een der debiteuren een feit zou zijn.
De rechstkundige af deeling der Centrale zal dan voor tij
dige en juist geformuleerde indiening der vordering
zorgdragen.
Deze behandeling van zaken verdient de voorkeur bo=
ven het indienen der vorderingen door de Kassiers zelf,
omdat ons gebleken is, dat dan menigmaal fouten wor*
den gemaakt tot schade der Bank.
Daarom zij dus nogmaals de aandacht hierop geves*
tigd.