2036 Het Nederlandsche systeem. De grondbeginselen van het zoo machtige coöperatief stelsel zijn de zelfstandigheid van de kleine eenheden en het brengen daarvan in federatief verband; zelfstan* digheid bevordert de geëigende belangen der kleinere groepen; de onderlinge samenwerking in het federatief verband schept een krachtige organisatie, welke den kleineren eenheden tot steun en bescherming zijn. Van de verschillende coöperaties verdient voor het hui* dige doel die, in den vorm van boerenleenbanken, voornamelijk Indië's aandacht. De woeker, waaronder toentertijd ook de landbouw wer in Nederland leed heeft met de graancrisis (het overstroomen van Nederland met goedkoop Ameri* kaansch graan, waaronder de eigen graanbouw dreigde ten onder te gaan) geleid tot het instellen van een land* bouwcommissie, wier eerste conclusie luidde, dat een goed georganiseerd credietwezen en samenwerking der betrokkenen onmisbare voorwaarden vormden voor herstel. Zij achtte daarvoor het aangewezen middel de coöperatie, wier geschiedenis bewezen heeft, een goed en effectief bindmiddel voor behartiging van gelijksoor* tige belangen te zijn. Niet de boeren zelf namen het initiatief, maar de in* tellectueelen, de ware volksvrienden. Vooral heeft mach* tigen invloed uitgeoefend, de krachtige steun van de Katholieke geestelijkheid; de Pauselijke Boodschap heeft daartoe den stoot gegeven en de meeste boeren* leenbanken werden ook aanvankelijk in Katholieke landbouwstreken opgericht. Er was een krachtig zede* lijke impuls noodig om de idee der onbeperkte aanspra kelijkheid ingang te kunnen doen vinden. Men verstaat er onder de verplichting van elk lid individueel met zijn vermogen aansprakelijk te blijven tot het nakomen van eventueel aangegane verplichtingen van de bank. Het is vooral deze bepaling geweest, die opvoedend heeft gewerkt en tot decentralisatie heeft geleid om de zakelijke verantwoordelijkheid tot de nauwste grenzen terug te brengen, maar evenzoo tot scherpe controle

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1929 | | pagina 8