2038
mindering 1), het pandhuis, de volksbank en den rijken
dessagenoot; het is niet overdreven te zeggen dat hij in
schuld geboren is, in schuld leeft en in schuld sterft.
Er zijn hier te veel instellingen, waar hij geld kan
opnemen.
Spreker ging hierop het schuldleven van een kleinen
landman na om scherp te doen uitkomen, dat hij bijna
alleen leeft om schuldesichers te voldoen en zelf in be=
krompen omstandigheden voort te leven.
Het Indische Volkscredietwezen.
Er is nog nimmer een speciaal onderzoek ingesteld
naar den omvang van het crediet der bevolking en de
werking er van, hetgeen niet wegneemt, dat ook offi=
cieel vaststaat, dat de toestand verre van rooskleurig
is. Alles getuigt van een grooten omvang van de cre=
dietbehoefte en van de misbruiken van den woeker in
zijn verscheidenheid van vormen. De doorsnee kleine
landbouwer gaat onder een grooten schuldenlast gebukt
en verbruikt in den regel de vrucht van den komenden
oogst.
Het is werkelijk een ontstellend beeld, dat de regent
schetste. „De woeker", constateerde spreker, „is diep,
zeer diep bij de bevolking ingeworteld, de woekerprac*
tijken nemen gestadig toe, niettegenstaande de goede
bedoelingen van de regeering, die er op gericht zijn, het
kwaad binnen beperkte grenzen te houden.
Spreker somde eenige bronnen van woekercredieten
op: de Tjinaunindering met 240 pCt. rente 's jaars; de
Arabische geldschieter, meedoogenloos als woekeraar,
het ngidjossysteem, 100 per 3 maanden; Inlandsche
geldschieters van het Arabische of Chineesche soort;
het borongamsysteem, voorschot op voorwaarde tot
overgave van productie tegen (te) lagen prijs aan gejd=
schieter; het „djoealakadAsysteem met 100 pCt. rente
's jaars; gefingeerde koopcontracten; leenen van bibit2)
Chineesche geldschieter.
2) bibit zaad.