1986 Art. 36. 4. De gevolmachtigde moet vóór den aanvang der Algemeene Vergadering zijn volmacht indien nen bij den Voorzitter. Eene volmacht, om een ander te vertegenwoordigen, moet steeds schriftelijk worden gegeven. Het is dus niet voldoende, dat iemand aan een ander mondeling opdracht geeft, om hem te vertegenwoordig gen, ook niet als zulks onder getuigen zou gebeuren. De Voorzitter van de Algemeene Vergadering, bij wien de volmachten moeten worden ingediend, mag slecht rekening houden met de schriftelijk opgemaakte volmachten. Indien dus iemand komt, die zegt mondeling gevok machtigd te zijn, al was het onder getuigen, dan mag de Voorzitter dezen niet als gevolmachtigde beschouwen, en mag hem niet als gevolmachtigde aan de stemmin* gen doen deelnemen. En degene, die geen schriftelijke volmacht heeft afgegeven, moet beschouwd worden, als hebbende de vergadering niet bijgewoond. Eene volmacht zooals hier bedoeld, behoeft niet door een Notaris te worden opgemaakt, behalve in één geval, n.1. als het lid, dat volmacht wil geven, niet kan schrij* ven. Als het lid, dat volmacht geeft, zelf kan schrijven, dan is eene zoogenaamde onderhandsche volmacht vol* doende. Volgens de Zegelwet moet iedere volmacht gezegeld zijn met 30 centen. Men kan eene volmacht geven voor eene bepaalde Algemeene Vergadering of voor alle Algemeene Verga* deringen die gehouden worden; in dit laatste geval moet er bijgevoegd worden, dat deze volmacht zal gelden totdat zij herroepen wordt. Wij laten hier een model van eene volmacht volgen:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1929 | | pagina 6