1968
Het Volkscrediet in Nederlandsch-Indië.
VI. (vervolg van bl. 1952).
De Centrale Kas.
Toen in 1912 de Centrale Kas werd opgericht, be;
stonden reeds 12.424 desadoemboengs (graanschuren)
1161 desa=bankjes en 71 volksbanken.
Belangrijke sommen waren destijds door deze ver?
schillende instellingen uitgeleend, en wel door:
de volksbanken 9.892.000
de loemboengs (in geld) 3.323.000
de desa^bankjes .700.000
Totaal 13.915.000
De twee laatsten waren, zooals wij gezien hebben,
overheidsinstellingen, en de volksbanken, al waren deze
van particuliere zijde opgericht, hadden toch zulke in;
nige betrekkingen tot de Ned.dndisehe bestuursambten
naren, die de oprichting van zulke banken als een deel
der overheidszorg beschouwden, dat gewoonlijk even;
tueele verliezen door de Regeering gedekt werden.
Geen wonder, dat de Regeering dan ook regelend en
controleerend wenschte op te treden, eerst rechtstreeks,
door hare bestuursambtenaren, en later door de Cen
trale Kas, die in 1912 werd opgericht.
Deze Centrale Kas zou de beschikbare middelen der
credietvereenigingen in belegging nemen, zou bedrijfs;
middelen verschaffen aan die instellingen, welke eraan
behoefte hadden en met raad en hulp deze credietinstel;
lingen ter zijde staan.
Aan de Centrale Kas werd dus eenzelfde taak toebe;
dacht als in ons land de Centrale Boerenleenbanken
Dr. J. C. W. Cramer. Het Volkscredietwezen in Ned.-Indië bl. 33.