1967 Nogmaals: Verhuizing van Voorschotnemers en Borgen. Ofschoon wij nog niet zoo heel lang geleden over deze aangelegenheid schreven in onze „Mededeelingen" (No. 148 pagina 1784 e.v.) achten wij het noodig hierop nog eens den nadruk te leggen. Het is ons gebleken, dat het verschillende malen voorkomt, dat een voor* schotnemer bij twee Boerenleenbanken lid is en zelfs bij twee Boerenleenbanken schuld heeft, hetgeen in strijd is met artikel 3, 1 sub 3 en 4 der Statuten. Een dergelijke toestand is hoogst ongewenscht en kan tot vele moeilijkheden aanleiding geven, maar kan ook zeer gemakkelijk voorkomen worden, indien de kassiers zich aan dezen regel houden: Wanneer iemand, die van een andere plaats is overgehuisd, zich als lid bij de Boerenleenbank aanmeldt, behoort de kassier zich eerst in verbinding te stellen met den kassier der Boerenleenbank van de plaats waar de man het laatst gewoond heeft en aan dien kassier te vragen of betrok* kene daar ter plaatse nog lid is en of hij wellicht nog schuld heeft. De kassiers mogen in zulke gevallen elkaar volkomen inlichten; daardoor schenden zij hun ambtsgeheim niet. Wanneer nu blijkt, dat de nieuw aangekomene nog elders lid is of verplichtingen heeft, mag hij niet tot- het lidmaatschap der Boerenleenbank worden toege* laten voordat de verplichtingen ten opzichte van die andere Boerenleenbank geheel zijn afgewikkeld. Nagenoeg hetzelfde geldt voor hen, die als borg op* treden. Voor een meer uitvoerige uiteenzetting verwijzen wij naar het boven aangehaalde artikel in de „Mededeelin* gen". Wij dringen er bij de kassiers op aan, dezen raad steeds nauwlettend op te volgen, opdat mogelijke on= aangenaamheden, die uit het nalaten kunnen voort* vloeien, vermeden worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1929 | | pagina 3