1966
één millioen gulden bij de Centrale Bank hadden
belegd. En thans zijn er ruim 550 boerenleenbanken
aangesloten, die te zamen nagenoeg 60 millioen bij
de Centrale hebben gedeponeerd. Zulken overgang
van kleine tot grootbank heeft ongetwijfeld heel
wat kennis en zorg van de verschillende bestuurs;
colleges gekost, en de heer Kamerbeek was steeds
op zijn post, om naar beste krachten zijn plicht
te vervullen. Op zijne tegenwoordigheid bij de ver;
gaderingen kon men vast rekenen, want het moes;
ten buitengewone redenen zijn, die hem eene ver;
gadering deden verzuimen.
Helaas, de laatste maanden liet zijn gezondheids;
toestand, niet meer toe, de vergaderingen bij te wo
nen. De laatste vergadering, waarbij hij op uitdruk;
kelijk verzoek van het Bestuur aanwezig was, had
plaats bij de herdenking van het 30;jarig bestaan
der Centrale Boerenleenbank. En het was op deze
vergadering, dat de Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw aan den heer Kamerbeek
mocht mededeelen, dat Hare Majesteit hem be;
noemd had tot Ridder in de Orde van Oranje;
Nassau. De hartelijke gelukwenschen, die hij toen
van de leden van het Bestuur, van den Raad van
Toezicht en van de Directie in ontvangst had te
nemen, bewezen hoe zeer hij in dezen kring ge;
waardeerd werd.
Ook op menig ander gebied had de heer Kamer;
beek vele verdiensten, welke erkenning vonden
door het ontvangen van het Eerekruis pro Ecclesia
et Pontifice en van het Kruis van verdienste van
het Nederlandsche Roode Kruis.
Zijne nagedachtenis zal in eere bij onze Organi;
satie blijven voortleven.
Hij ruste in vrede.