Onder „Schetsen en Indrukken" hebben we reeds
vroeger de aandacht gevestigd op het kwaad, hetwelk
den veehandel insluipt met instellingen als de „vers
trouwensveehandel" te Amersfoort, directeur de heer
O. Hoekstra.
Naar aanleiding van een aanbeveling over deze in=
stelling in het Drentsche Landbouwblad, heeft een vers
slaggever van de Meppeler Crt. eens een onderzoek in
gesteld en kwam tot de conclusie, dat, wie met dezen
vertrouwensveehandel zaken doet, duur uit is en aan
handen en voeten gebonden.
De verslaggever verkleedde zich als een Drentsch
boertje, nam een „echt" Drentsch boertje mee, om als
eerste persoon het woord te doen en trok naar Amerss
foort.
Daar betraden ze het kantoor van den „Vertrouwenss
Veehandel", dat gehouden wordt op een zolderkamers
tje der woning van den heer O. Hoekstra. Deze was
niet thuis. De honneurs werden waargenomen door
zijn broer (van beroep aardappelhandelaar, naar hij
later vertelde) en den heer Dijkstra, boekhouder.
„Gaat maar eens zitten, jonges", noodigde het twees
tal.
Wij hielden beiden de pet op.
„Wij wilden wel graag eens wat meer weten van dat
huurkoopsysteem van „oe", begon mijn metgezel.
„Dat ken wel hoor", sprak de heer Hoekstra. „Kos
men jullie louter uit belangstelling of willen jelui ook
vee koopen?"
„Ook vee koopen, as 't een beegien liekt", antwoordde
de echte boer.
„Nou, dan wil mijnheer Dijkstra jullie de zaak wel
eens uitleggen. Laat ik eerst even den stalknecht ops
bellen dat, er straks een paar man komen om het vee
te zien.
Rrrrt.... „O, Gabe, zei Hoekstra. Dou moast noch
efkes ye'e stal bliuwe hear, der komme sa dalik noch in
pear minsken.
Dan begint de heer Dijkstra te vertellen van het
1974