1952
Het Volkscrediet in Nederlandsch-Indië.
V. (vervolg van bl. 1722, 1755, 1770 en 1788).
Volksof Afdeelingsbanken.
De Desa=banken en Desa*loemboengs, waarbij de in*
lander geld of rijst kan leenen, strekken zich slechts
over ééne desa (dorp) uit.
De Volksof Afdeelingsbanken daarentegen hebben
een veel grooter gebied, waarover zij werken, gewoon*
lijk een assistent*residentschap. Deze Afdeelingsbanken
zijn instellingen, evenmin als Desa*bank of Desa*loem*
boeng uit de bevolking voortgekomen, maar opgericht
door Regeeringsambtenaren, en door hen bestuurd. De
Regeering heeft langzamerhand de verantwoordelijk*
heid voor deze Afdeelingsbanken aanvaard, en be*
schouwt deze als semi=officiëele lichamen. De Assis*
tent*Resident is nagenoeg overal de voorzitter van het
Bestuur, en de andere bestuursleden zijn regeeringsamb*
tenaren of geziene persoonlijkheden.
Deze Afdeelingsbanken staan geheel naast de Desa*
banken, en officiéél bestaat tusschen beide geen band.
Het groote verschil tusschen beide instellingen is, dat
de Desa*bank kleine geldsommen uitleent en de Afdee*
lingsbank gewoonlijk grootere bedragen; toch gebeurt
het, dat personen zoowel bij de ééne als bij de andere
terecht kunnen wat wel eens wrijving brengt tusschen
beide instellingen.
De Centrale Kas staat rechtstreeks in verbindnig zoo*
wel met de Afdeelingsbanken als met de Desa*banken
en Desa loemboengs, en zorgt voor het geldverkeer, on*
geveer op gelijke wijze als in ons land de Centrale Boe*
renleenbanken voor het geldverkeer der plaatselijke
banken zorg dragen.
Eveneens voert de Centrale Kas de controle over de
Afdeelingsbanken, maar enkel, omdat deze Afdeelings*
banken zich vrijwillig onder die controle gesteld hebben.