1951 In deze weinige woorden heeft de schrijver de groote nadeelen van het koopen op afbetaling aangetoond. Juist als men op afbetaling kan koopen, wordt heel wat gekocht wat niet noodig is en gemist kan worden. De qualiteit en de prijs van het gekochte zijn zelden gelijk aan hetgeen men zou koopen, indien men terstond betaalt. En de voorwaarden zijn gewoonlijk van dien aard, dat bij niet*betaling van een of een paar termijn nen de kooper groote schade lijdt. Dat iemand, die geen crediet kan krijgen bij eenige Bank ten slotte er toe overgaat om iets, wat hij noodig heeft, op afbetaling te koopen, is begrijpelijk. Maar dat een boer of tuinder, die bij eene Boeren* leenbank geld kan leenen, op afbetaling zou gaan koo* pen, is eenvoudig onbegrijpelijk. Want met geld in de hand, koopt hij waar en bij wien hij wil, terwijl hem bij huurkoop de zaak wordt aange* wezen, waar hij koopen moet. Bijvoorbeeld bij den aan* koop van vee op afbetaling moet men op die plaatsen koopen, welke men aangewezen krijgt. Met geld in de hand zal men ook gewoonlijk goed* kooper terecht kunnen; en de rente, die men bij de Boerenleenbanken betaalt, is zeer zeker geringer, dan bij afbetaling gerekend wordt. En wat zeer zwaar weegt, als men bij de Boerenleen* bank geleend heeft, en men zou zonder zijne schuld, na eenigen tijd in moeilijkheden geraken, en de aflos* singen niet kunnen betalen, dan heeft men te doen met een Bank, die opgericht is om de leden te helpen, terwijl men bij het huurkoopsysteem zeer dikwijls te doen heeft met menschen, die enkel en alléén aan geldverdienen denken, en een extra winst kunnen behalen, als de koo* per de termijnen niet kan betalen. Daarom hopen wij, dat onze boeren en tuinders nim* mer gehoor geven aan de propagandisten van het af* betalingssysteem, maar zich steeds wenden tot de Boe* renleenbanken, hun instellingen, indien zij geld noodig hebben.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1929 | | pagina 3