1961
Landbouwcrediet in Zuid-Slavië.
Men staat verbaasd over de toestanden, welke hier
en daar nog in onze dagen bestaan op het gebied van
het credietwezen in den landbouw.
In Zuid*Slavië (of Yougo*Slavië met Belgrado als
hoofdstad) heerschen nog zulke verouderde bepalingen
van het wisseb en eigendomsrecht, dat de boeren bijna
geen bankcrediet kunnen verkrijgen, en daarom ver*
plicht zijn particulier crediet te nemen, dat zoo goed als
altijd woekercrediet is; rente van 30 tot 40% zijn heel
gewoon en er zijn gevallen bekend, dat per week of
per maand zulke hooge rente berekend werd, dat deze
per jaar 150% beliep. Thans zal men trachten daarin
verandering te brengen, en wordt het volgende gemeld:
De regeering tracht een oplossing te geven door de
oprichting eener gepriviligeerde nieuwe Landbouwbank.
Het aandeelenkapitaal van 300 rnillioen dinar is reeds
verzekerd. Zij zal vrijgesteld zijn van alle belastingen,
heffingen enz., de staat blijft borg voor haar inleggin*
gen, pandbrieven enz., haar vorderingen zijn zonder om*
slachtig proces dadelijk executoir. De Bank zal pand*
brieven uitgeven, waardoor zij in het bijzonder buiten*
landsch kapitaal wil verkrijgen. Het coöperatiewezen
wil zij bevorderen, en den handel in landbouwproducten
centraal organiseeren teneinde de rentabiliteit van den
landbouw te verhoogen.
In het aandeelenkapitaal draagt de staat 120 rnillioen,
de staatsloterij 20 rnillioen bij; het overige stort de
Nationale Bank, de postspaarbank, de staatshypotheek*
bank, de particuliere banken, de coöperaties en de auto*
nome lichamen. De staat betaalt zijn aandeel af, door
het actief van de directie van het Landbouwcrediet op
de Landbouwbank te doen overschrijven, en het dan
eventueel nog verschuldigde in contanten te storten.
De staatsloterij neemt in het vervolg voor de helft van
haar winst aandeelen van de Landbouwbank over, wan*
neer deze tot verdere uitgiften overgaat: het kapitaal
toch kan tot één milliard dinar worden verhoogd. Parti*