1940
Banken wordt gevoerd door een bestuur, gekozen door
de Algemeene Vergadering der Centrale, die bestaat
uit de afgevaardigden der plaatselijke Boerenleenbank
ken. Een Raad van toezicht oefent het toezicht uit,
terwijl een tweehoofdige directie de beheerders ter
zijde staat.
Om eenig idee te geven van de beteekenis dezer aldus
georganiseerde Boerenleenbanken, kan worden opges
merkt, dat zij 1° als spaarinstituut voor de landelijke
bevolking van buitengewoon groote beteekenis zijn ge?
weest en zoo direct ook zeer veel hebben gedaan in
het algemeen belang, al was het maar alleen door het
veilig bewaren van zoovele millioenen, die anders wel=
licht naar mindere soliede instellingen zouden zijn afge*
vloeid. Bij de Boerenleenbanken was n.1. op 31 Decems
ber 1927 ruim 415 millioen ingelegd. Ter vergelijking
diene, dat de Rijkspostspaarbank, die reeds zooveel
ouder is, ruim 363 millioen en de gezamenlijke andere
spaarbanken in ons land op dien datum 327 millioen
aan inlagen hadden.
Daarnaast waren de gezamenlijke Boerenleenbanken
bijna 17 millioen reserve rijk, en de Centrale Banken
ongeveer 8 millioen, totaal dus een 25 millioen. Als
waarborg voor de crediteuren dient dan bovendien het
aandeelenkapitaal en aansprakelijksfonds ten bedrage
van ongeveer 17 millioen. Totaal dus een 42 millioen
behalve dan nog de onbeperkte aansprakelijkheid bij
de plaatselijke Banken.
Als voorschotbanken zijn zij van niet minder betee*
kenis met haar vorderingen op de leden ten bedrage
van ongeveer293 millioen, verdeeld in zeer vele groo=
tendeels kleine voorschotten. Ik wil met deze globale
cijfers volstaan, waaruit althans eenigermate de betee>-
kenis van het landbouwcrediet moge blijken.
II. Als tweede schakel in de organisatie van het
landbouwcrediet noem ik de N. V. Boerenhypotheek
bank te Eindhoven.
Is de taak der Boerenleenbanken het verstrekken van
bedrijfscredieten voor den landbouw, crediet dus op
korten termijn, de Boerenhypotheekbank stelt zich ten