1939
komen dan ook niet voor Wat er overigens wordt uit
geleend, wordt tot hoogstens te voren bepaalde maxi*
mum bedragen voorgeschoten voor productief crediet
aan boeren en tuinders, die lid zijn der Bank en dan
alleen als bedrijfscrediet, dat een korten looptijd moet
hebben, in overeenstemming met de middelen, waars
over de Bank beschikt.
In de vijfde plaats bestaat er een strenge controle
waarop ik nader terugkom.
De Boerenleenbanken zijn gegroepeerd in twee Cen*
trale Banken, n.1. de Coöperatieve Centrale Boerenleen*
bank te Eindhoven met 550 aangesloten Banken, tel*
lende ongeveer 70.000 leden en de Coöp. Centrale Raif*
feisenbank te Utrecht die 718 aangesloten Boerenleen*
banken telt met 137.000 leden. Deze beide Centrales,
die op haar beurt coöperatieve vereenigingen zijn met
de plaatselijke Boerenleenbanken als lid, treden op als
gelduitwisselingsinstituut en als controleerend lichaam
van de plaatselijke banken. De overtollige gelden dei-
plaatselijke banken, dus die gelden, die de plaatselijke
banken niet noodig hebben voor het verstrekken van
bedrijfscredieten aan de boeren of die niet elders over*
eenkomstig vaste regels worden belegd, moeten bij de
Centrales worden gedeponeerd. De Centrales zorgen,
dat daaruit de plaatselijke Banken, die niet over vol*
doende eigen middelen beschikken, worden geholpen
en dat het restant rendabel, soliede en liquide wordt
belegd. Verder voeren de Centrale Banken propaganda
om de banken op peil te houden en te doen uitbreiden
en vooral zorgen zij voor een doeltreffend toezicht,
zoowel preventief als repressief op administratie en bes
heer der plaatselijke banken, waarbij zij gelegenheid
hebben er voor te waken, dat de gezonde regelen van
financiëel beleid bij de plaatselijke banken worden toe*
gepast.
De Centrale Banken hebben naast haar aandeelen*
kapitaal nog een beperkte aansprakelijkheid, in tegen*
stelling met de onbeperkte aansprakelijkheid der plaat*
selijke Boerenleenbanken. Het beheer bij de Centrale