1938
schulden te betalen. Naast dit hoofdbeginsel der organi*
satie kent het Raiffeisensysteem want de Boerenken*
banken zijn behoudens eenige verschillen, die ik nader
zal aangeven, dezelfde soort vereenigingen, zooals de
Duitsche Burgemeester Raiffeisen ze in de helft der
vorige eeuw in Duitschland heeft uitgedacht naast
dit hoofdbeginsel der onbeperkte aansprakelijkheid zeg
ik, heeft het Raiffeisensysteem nog eenige andere kern
merkende beginselen.
Vooreerst is voorgeschreven, dat de Boerenleenbanken
slechts over een kleinen overzichtelijken kring mogen
werken, meestal een gemeente of parochie, maar altijd
zoo, dat de werking bepaald wordt tot een beperkt
terrein, waar nog een sterk saamhoorigheidsgevoel be*
staat en het overzicht ook van ieders financieele positie
gemakkelijk mogelijk is. Het Bestuur kent zoodoende
de leden door en door, en kan deskundig oordeelen over
de gestelde zekerheden.
In de tweede plaats geldt de bepaling van de plaatse*
lijke verantwoordelijkheid en het plaatselijk beheer. Een
plaatselijke boerenleenbank is niet verantwoordelijk
voor de risico's, die mogelijk door een in een andere
plaats gevestigde Boerenleenbank worden geloopen,
maar de verantwoordelijkheid is beperkt tot iedere
plaatselijke boerenleenbank zelf. Men heeft dus decen*
tralisatie, wat het verantwoordelijkheidsbesef aan*
kweekt. Want het beheer wordt ook ter plaatse gevoerd
door personen door en uit de leden gekozen, en die dus
zelf als lid der vereeniging reeds de onbeperkte aan*
sprakelijkheid dragen. Het beheer wordt zonder salaris
of tantièmes uitgeoefend. Ieder winstbejag is dus uit*
gesloten. De ambten van bestuurders zijn eereambten.
De winsten vervolgens, die behaald worden al is
winstbehalen niet de opzet worden niet verdeeld,
maar vrijwel geheel in de reserve gestort. Daardoor
wordt de aansprakelijkheid der leden vanzelfsprekend
minder drukkend.
In de vierde plaats moeten de uitleeningen bij de
Boerenleenbanken steeds door voldoende persoonlijke
of zakelijke zekerheid gedekt zijn. Blanco uitleeningen