1907 delijke dorpen. Ik zou nog verder kunnen gaan, en te genstellingen kunnen maken tusschen wat was en wat is en ik zou met cijfers aan de uitvoerstatistiek ontleend kunnen antwoorden, welke de beteekenis van den land bouw vroeger was in de huishouding van ons land en voor de handelsbalans vergeleken met nu. Ik zou de schrilste, de meest sprekende tegenstellingen en den steeds stijgenden vooruitgang voor U kunnen levend maken en in een heerlijk panorama voor U kunnen schilderen, Mijnheer de Voorzitter. Ik zal dat niet doen. Ik zou te veel van uw geduld vragen in deze vergade* ring. Ik volsta daarom met als vaststaand feit te consta* teeren, dat er in stoffelijk opzicht voor onze boerenbe* volking veel, zeer veel ten goede is veranderd, en dat wij met mannelijken trots, doch ook met groote dank* baarheid in het hart mogen terugzien op de heerlijke resultaten, welke in de laatste 30 jaren door onze orga* nisatie werden bereikt. En al is er in dien tijd ook wel iets verloren gegaan aan waarden van niet*stoffelijke orde, die wij hoog aanslaan en waardeeren, en die wij voor onze eenvoudige boeren en tuinders zoo gaarne hadden willen behouden, wij zouden toch den ouden tijd van vóór 30 jaren voor onze landelijke bevolking niet meer terugwenschen. Dat neemt niet weg, dat juist een dag van herdenking, zooals ik den dag van vandaag zou willen noemen, moet zijn ook een dag van bezinning. Bezinning van de waarde van de samenwer* king, en van de diepere oorzaken, die dien grooten om* mekeer, die groote verandering en verbetering op het platteland hebben bewerkt. En dan zie ik voor mij het zóó en ik geloof niet, dat ik mij daarin vergis dat de beleving van de christelijke idee van saamhoorigheid en naastenliefde, die vast aaneengesloten eenheid, die daarvan de toepassing was, het geweest zijn, die de landbouworganisatie en met name onze boerenleenban* ken zoo sterk hebben gemaakt, dat zij geworden zijn tot het machtigste geheel, dat wij heden ten dage kennen. De christelijke idee van saamhoorigheid en samenwer* king, staande in het teeken eener heerlijke naasten* liefde en vast aaneengesloten eenheid, waarbij het per*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1929 | | pagina 7