Nogmaals Mijne Heeren, acht men de voorschriften
en beslissingen van de Alg. Verg. te knellend of te las;
tig, tracht gerust er langs statutairen weg verandering
in te brengen; deugt de leiding niet, kiest U zoo noodig
andere bestuurderen. U hebt er de middelen toe. Doch
Mijne Heeren, wat ik U smeeken wil, blijft vooral en
altijd met de kracht der liefde, die U brandt in het hart,
mannen van organisatie en organisatorische orde en
wacht U er wel voor, al is het zeer zeker ongewild, om
vandalenwerk te verrichten door den moker te zetten
in de stevige, hechte fundamenten van den sterken
burcht onzer boerenleenbanken. Dat verhoede de goede
God, die altijd met ons was, en ook met ons zal blijven,
zoolang wij dat zelf verdienen en ons dat waardig ma;
ken; zoolang wij door en door beseffen, dat wij in laat;
ste instantie op Hem alleen zijn aangewezen. (Applaus).
Mijnheer de Voorzitter. Ik zou zoo gaarne ook nog
met enkele woorden iets over de geschiedenis van onze
eigen Centrale Bank hebben willen zeggen, maar de tijd
daarvoor ontbreekt. Daarom alleen nog dit: het verle;
den is vrijwel altijd een stijgende lijn geweest. Eerst
kwam na de stichting van voor 30 jaren een geleidelijk
uitbouwen der organisatie, waarbij in de eerste inwen;
dige stormen wel zeer typisch aandoet, hoe onze Cen;
trale Bank geleidelijk haar zuiveren weg wist te vinden
van uitsluitend landbouwcrediet;organisatie te zijn. De
oprichting der BoeremHypotheekbank, de oorlog met
de crisis daarna, de bewogen tijd van de Hanzebank en
de rustige gestadige ontwikkeling tot op den dag van
heden tot de resultaten, die nu uit onze balans per 31
December 1928 zijn te lezen, geven alle evenzoovele
punten weer, die in de ontwikkeling van beteekenis zijn
geweest. En met een gevoel van groote en diep gevoel;
de dankbaarheid is het, dat wij dit 30ste boekjaar heb;
ben afgesloten.
Ten slotte nog een laatste woord, Mijnheer de Voor;
zitter. Een herdenkingsdag als vandaag mag m.i. niet
voorbijgaan, zonder dat wij één man memoreeren, die
van het eerste begin af aan op de bres heeft gestaan en
die met zijn scherpzinnigheid en zakenkennis en vooral
1912