1869
„per order (naam van den inlegger)", waaronder hij
(aanbrenger) zijn eigen handteekening stelt, ook al is de
aanbrenger b.v. een minderjarige zoon of dochter, of een
gehuwde vrouw.
3. Worden spaargelden toebehoorende aan een min*
derjarig of een onder curateele gesteld persoon uitbe*
taald aan diens wettelijken vertegenwoordiger, dan
moet deze teekenen met zijn eigen handteekening, liefst
gevolgd door zijn kwaliteit b.v. A. Jansemvader, A. Jan*
scn=voogd, A. Jansen*curator.
4. Worden de spaargelden bedoeld sub 3 uitbetaald
aan iemand die niet met de ouderlijke macht resp.
voogdij resp, curateele is belast, dan teekent deze „per
order", gevolgd door den naam van den wettelijken
vertegenwoordiger (dus niet van den minderjarige zelf)
b.v. „per order A. Jansemcurator", gevolgd door zijn
eigen handteekening.
5. Wordt aan een minderjarigen inlegger zelf uitbe*
taald in de gevallen hiervoor omschreven, dan onder*
teekent deze minderjarige met zijn eigen handteekening
voorafgegaan van de woorden „per order en den naam
van den wettelijken vertegenwoordiger.
6. Bij uitbetaling van spaargelden staande op naam
van een gehuwde vrouw die, na daartoe gemachtigd te
zijn door haar echtgenoot, zelf met haar boekje komt,
kan met eigenhandige onderteekening der kwitantie
door de vrouw worden volstaan.
7. Bij uitbetaling van de spaargelden bedoeld sub 6
aan den man alleen, kan deze volstaan met het plaatsen
van zijn handteekening zonder meer.
8. Een inlegger die niet kan schrijven, zal iemand
anders met zijn boekje moeten zenden en dezen de
kwitantie laten onderteekenen „per orderge*
volgd door den naam van den inlëgger, waaronder de
aanbrenger zijn eigen handteekening stelt. Handmerking
b.v. met een kruisje is n.1. niet als rechtsgeldig te be*
schouwen.
9. Een gehuwde vrouw kan teekenen ofwel met haar
eigen voornaam of voorletters en haar eigen familie*