1868 drag uit te betalen aan een niet*erfgenaam, die als aan* brenger van het boekje optreedt zonder van een be* hoorlijke schriftelijke volmacht van de betrokken erf* genamen te zijn voorzien. Heeft een overledene een persoon tot executeur testa* mentair benoemd of hebben de erfgenamen een hunner met de afwikkeling van den boedel belast, dan kan even* wel zonder meer aan den executeur testamentair of den betrokken erfgenaam worden uitbetaald, wanneer hij aanbrenger is van het boekje. In het algemeen is het gewenscht, vooral bij hoo* gere bedragen met de grootste voorzichtigheid te werk te gaan, en den meest zekeren weg te kiezen van kwi* tantie of volmacht van alle erfgenamen te vorderen. Er zijn nog wel meerdere gevallen, die zich in de prac* tijk kunnen voordoen, maar aangezien de vorenstaande de meest voorkomende zijn, meenen wij ons daartoe voorhands te moeten beperken. In bijzondere gevallen zal de Centrale Bank steeds gaarne advies verstrekken. In aansluiting aan de beantwoording der vraag: aan wie het tegoed op een spaarboekje mag worden uitbe* taald, lijkt het gewenscht ook even aan te geven op welke wijze de kwitanties moeten worden onderteekend. Wij vallen daarbij wel in herhaling van hetgeen wij vroeger reeds schreven, maar het is nuttig dit alles nog eens samen te vatten. 1. Wordt aan een inlegger, d.i. degene ten wiens be= hoeve is ingelegd, zelf uitbetaald, dan teekent deze met zijn eigen handteekening zonder meer, indien hij han* delingsbevoegd is, d.w.z. indien hij een meerderjarig man of een meerderjarige ongehuwde vrouw is en niet onder curateele is gesteld. 2. Is een ander dan de inlegger aanbrenger van een boekje, staande ten name van een meerderjarig persoon die handelingsbevoegd is, dan teekent die aanbrenger

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1929 | | pagina 8