1880
is er geen gevaar voor verkeerd besteden van gelden,
en is er ook niet te vreezen, dat er een tijd komt, dat
voor werkelijke productieve uitgaven onvoldoende mid*
delen beschikbaar zullen zijn. In die juiste opvatting
dezer taak door onze Boerenleenbankbesturen zit ook
goeddeels de sociale beteekenis onzer Banken.
De minder gezegende landen, waar door tal van om*
standigheden, niet het minst door den oorlog groote
„Kapital Knappheit" bestaat, zien, zooals duidelijk is,
meer dan anderen uit naar middelen om het noodzake*
lijke crediet voor amelioraties te financieren, en zoo is
het ook te verklaren, dat dit vraagstuk aan de landbouw*
credietdeskundigen van den Conseil International Scien*
tifique Agricole (C. I. S. A.) werd voorgelegd.
De groote moeilijkheid is natuurlijk hoe men de noo*
dige middelen daarvoor kan aantrekken. Het aange*
wezen intermediair daarvoor is een instituut dat
aangezien amelioratiecrediet meestal crediet op vrij lan*
gen termijn is ervaring heeft van en ingericht is voor
langloopend crediet. Dat instituut moet het vertrouwen
van geldschieters waardig zijn. Daarom zal het behalve
een goede eigen financieele basis, ook wat zijn uitleenin*
gen voor amelioraties betreft, goed gedekt moeten zijn,
hypotheek dus moeten vragen. Maar aangezien vooral,
als er ontginningen door gefinancierd zouden worden,
mogelijk nog risico's kunnen overblijven, is de tusschen*
komst van den Staat of van meerdere Staten wellicht
in den vorm van garantie van de uit te geven schuld*
brieven noodig.
Aldus is in groote trekken het systeem, dat de Com*
missie van het Internationaal Landbouwinstituut zich
heeft gedacht, ter bevordering van de ontwikkeling van
den landbouw. Het spreekt vanzelf, dat er tal van prak*
tische moeilijkheden zullen zijn te overwinnen, voordat
het mogelijk zal zijn in dit opzicht goede resultaten te
boeken. Een zeer groot beletsel vormt, zooals duidelijk
is, de handelspolitiek, die vele Europeesche landen erop
nahouden. Maar wij zullen daarop nu niet ingaan. Dat is
een zeer gevaarlijk, moeilijk en met voetangels en klem*
men bezaaid terrein.