1873 einde 1927 106 met een bedrag van 1.049.500,—, gedurende het boekjaar 1928 steeg dit aantal met 44 en het bedrag met 396.200, zoodat dus het totaalsaantal van de tot en met 31 December 1928 afgegeven borgtochten bedraagt 150 met een bedrag van 1.445.700, waarvan U specificatie vindt in het hierbij gegeven overzicht van verstrekte borgtochten. Was de vooruitgang in de aangegane borgstellingen over 1927 het grootst in de afdeeling „Credietverzekering", thans toonde zich de belangstelling het meest in de afdeeling „Rekenplichtig Beheer' en wel van de zijde van H.H. Kassiers der Boerenleenbanken, wat wij als een verblijdend feit meenen te mogen memoreeren. Wij bren» gen daarvoor gaarne dank aan onze propagandisten, welke dank» betuiging wij echter vergezeld doen gaan van ons vriendelijk ver» zoek hunne activiteit op dit terrein met onverminderde kracht te willen blijven ontplooien, want er is helaas nog een groot aantal Boerenleenbanken, dat de voorkeur geeft aan andere bemiddeling dan de onze voor dekking van de aan hunne functie verbonden borg» tochtverplichting. Er zijn totaal 550 Boerenleenbanken aangesloten bij de Coöpera» tieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven, doch slechts 101 Ban» ken hebben voor het hiervoor omschreven doel van de diensten onzer Borgmaatschappij gebruik gemaakt. Hieruit meenen wij te mogen concludeeren, dat de persoonlijke borgstelling hier een groote rol speelt ten koste van onze Maat» schappij, die als Instelling van den Nederlandschen Boerenbond bij uitstek geschikt mag heeten voor de verzorging van de hier geldende belangen. Indien de mogelijkheid tot uitbreiding in. werkelijkheid werd omgezet, dan zou daarmede een tweeledig belang worden ge» diend en wel dat van persoon en organisatie, wat zou zijn terug te. vinden in verlaging van de borgtocht=premiën eenerzijds en verhoo» ging van het bedrijfsoverschot onzer Maatschappij anderzijds. Wij hopen gaarne in deze op Uw aller steun te mogen rekenen! Het saldo der winst over het afgeloopen boekjaar bedraagt 6.114.76 dat wij voorstellen overeenkomstig art. 43 te verdeelen als volgt: 10% aan het reservefonds 611.47 5% dividend aan de aandeelhouders 1.740. 2.351.47 waarrfa blijft te verdeelen 3.763.29

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1929 | | pagina 13