gerust zijn in het besei, dat zij hebben gedaan wat van hen verwacht kan worden en zullen zij zich nooit iets te verwijten hebben. Toegetreden Boerenleenbanken Sedert de laatste opgaaf is bij onze Centrale nog aan* gesloten de nieuwe Boerenleenbank te Langeraar (Z.*H.). Stichting Peel-ontginning Reeds herhaaldelijk werd van verschillende zijden erop aangedrongen, dat de Centrale Boereenleenbank hare aandacht zou wijden aan de ontginning van woeste gron* den, om den cultuurgrond in ons vaderland te vermeer* deren. Deze drang was overbodig, wijl het Bestuur der Cen trale Boerenleenbank van het gewicht dezer zaak diep overtuigd was; maar c'ccr ervaring geleerd, wenscht het Bestuur slechts dan zijne medewerking te verleenen, wanneer alle voorwaarden vervuld waren, om een goede uitkomst te waarborgen. Deskundige leiding was een eerste vereischte, maar ook en vooral diende er gezorgd te worden, dat de boe* ren of tuinders, die het eerst op de ontginning zouden komen wonen, niet de slachtoffers werden van hun durf en ondernemingsgeest. Toen dan vóór eenigen tijd de medewerking der Cen* trale Boerenleenbank gevraagd werd voor eene ontgin* ning, die uitstekend was opgezet, heeft het Bestuur niet geaarzeld om daaraan gevolg te geven. Nog te meer, wijl het hier een proefneming gold, welke tot navolging zal aansporen indien ze, wat men verwachten mag, goed zal slagen. De plannen tot ontginning gingen uit van Pastoor A. van Delft, van St. Anthonis en Burgemeester J. M. Goos* sens van Oploo c.a. Het betref de gemeentelijke woeste 1859

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1929 | | pagina 15