f856
van eénige duizenden guldens verborgen. Maar bij de
eóntröle volgens art. 26 der statuten, mits goed dóór
het plaatselijk Bestuur verricht,'móest dit zijn üi'tgekó*
men, doordat het bij vergelijking der data van inlage
de aandacht had moéten trekken, dat er vérschillen in
het noteeren der datums waren. En dan was spoedig
gebleken, wat er geschied was. Noodzakelijk daarvoor
was echter, dat alle boekjes van a tót z vergeleken
werden, en dat er geen achter bleven
Men zal dus nü wel begrijpen, waarom de Centrale
Bank steeds zoo hamert op het jaarlijks controleeren
van alle boekjes conform art. 26 der statuten.
Nog een tweede punt is van belang.
Als de Centrale Bank op aanvrage van het Bestuur,
gedaan op een formulier C, geteekend door den Direc*
teur en een Bestuurslid, geld zendt, wordt daarvan kern
nis gegeven aan den Directeur, indien het geldzending
gen boven 1000.— betreft. De bedoeling is, den Direct
teur er aan te herinneren, dat de Centrale de geldaan*
vrage heeft uitgevoerd, opdat daarmede rekening kan
worden gehouden bij de maandelijksche kascontrole
door het Bestuur te verrichten. Het Bestuur der plaat*
selijke Bank kan dan bij het nagaan van het dagboek
gemakkelijk vaststellen, of de geldzendingen der Cen*
trale Bank ook voorkomen in het dagboek. Bovendien
heeft het Bestuur den z.g. stok van formulier C te Zijner
beschikking, waarop de aangevraagde bedragen, waar*
voor Directeur en Bestuurslid geteekend hebben, zijn
genoteerd. Bij de kascontrole is deze stok weer een
hulpmiddel om te controleeren, of de ontvangen geld?
zendingen van de Centrale ook in het dagboek door den
kassier zijn verantwoord.
Tenslotte wordt, zooals bekend is, iedere maand door
de Centrale Bank een saldobiljet aan de plaatselijke
Bank toegezonden, waarop o.a. per het einde der maand
de tellingen der bedragen voorkomen, waarvoor in de
boeken der Centrale de betreffende plaatselijke Boe?
renleenbank is gedebiteerd en gecrediteerd. Dit biljet