1839
De heer de Geer, Minister van Financiën, antwoordde
hierop
lk kom nu op twee punten, die besproken zijn door
den heer Fleskens, die, naar hij mij heeft medegedeeld,
tot zijn spijt hier vanmiddag niet aanwezig kan zijn.
Deze geachte afgevaardigde heeft gevraagd, of het niet
gewenscht zou zijn, dat de Middenstandsbank, die ver*
leden jaar in zeker opzicht onder Regeeringscontröle is
opgericht, zich onthield van het verleenen van kredieten
aan land* en tuinbouw en zich uitsluitend bezig zou hou»
den met de industrieele en handelskredieten.
De heer van den Heuvel heeft er reeds met een enkel
woord op gewezen, dat de Boazbanken, die nu ook ver»
smolten zijn in de Middenstandsbank, ook relaties had»
den met land» en tuinbouw, die zij niet zoo gemakkelijk
kunnen afbreken. Ik wil overigens den heer Fleskens op»
merken, dat het inderdaad in het algemeen de door hem
bedoelde richting opgaat en dat men de land» en tuin»
bouwkredieten overlaat aan de boerenleenbanken, maar
dat het Delftsche geval, waarop hij wees en waarover
ook geschreven is in de Maandelijksche Mededeelingen
van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eind»
hoven, een uitzondering vormt. Die middenstandsbank
te Delft had reeds oude relaties met den tuinbouw in het
Westland en beschouwt deze kredieten minder als land»
bouwkredieten dan wel als handelskredieten. Het is een
grensgeval tusschen middenstandskrediet en landbouw»
krediet en impliceert niets voor de algemeene gestie van
de middenstandsbanken, die inderdaad gaat in de rich»
ting, door den heer Fleskens aangewezen.
Inzage van Boeken bij de Boerenleenbanken
door Belastingambtenaren.
In de Vergadering der Tweede Kamer van 11 Decem»
ber j.1. bracht de heer Fleskens bovenstaande kwestie ter
sprake.
Volgens de Handelingen der Staten=Generaal werd het
volgende gezegd: