1837
den middenstand, en zij moet zich niet gaan bewegen
op een terrein, dat het hare niet is.
Voor de kredietverzorging van den boer en tuinder
werken in ons land met toenemend succes nu reeds
30 jaren lang de oer*soliede boerenleenbanken, die ten
getale van ruim 1270 allerwege in de behoefte dier mem
schen voorzien. Uit eigen kracht opgekomen en ontwikt
keld tot instituten van nationale beteekenis, en ook in
economischen zin voor ons land van onschatbare waars
de, gaat het, naar ik meen, niet aan, dat deze organisaties
thans een lichaam, dat met steun der Regeering op de
been is geholpen, de Nederlandsche Middenstands*
bank hier en daar op haar weg moeten vinden. Niet
dat de boerenleenbanken de concurrentie der midden*
standsbanken zouden duchten, als spaarinstituut heb*
ben de boerenleenbanken, die om haar soliditeit meer
geld hebben toevertrouwd gekregen dan de geheele
Rijkspostspaarbank, niet de minste vrees voor concur*
rentie van een ten slotte commercieele bank, en ook als
voorschotbank zal de Nederlandsche Middenstandsbank
nooit of nimmer in staat zijn de goedkoope boeren*
leenbanken afbreuk te doen maar ik meen, dat het
principieel niet juist is, dat de met Regeeringssteun op*
gerichte middenstandsbank, die dus den middenstand
moet bedienen, zich op ander terrein gaat bewegen, waar
het particulier initiatief op volkomen bevredigende ma*
nier in alle behoeften voorziet. Dat is principieel ver*
werpelijk, Mijnheer de Voorzitter, want de Nederland*
sche Middenstandsbank kan niet te harer rechtmatiging
aanvoeren het eenige argument, dat bruikbaar zou kun*
nen zijn, n.1. dat die menschen dan toch ook niet van
financieele hulp verstoken zouden mogen blijven. Het
doet wel eigenaardig aan, Mijnheer de Voorzitter, dat,
nadat ten vorigen jare de in de toelichting tot het wets*
ontwerp uitgesproken gedachte van een samengaan van
het middenstands* en landbouwkrediet door het land*
bouwkrediet is afgewezen, nu geconstateerd moet wor*
den, dat de Nederlandsche Middenstandsbank zich
thans op eigen houtje op de kredietverleening van den