1817 De verplichte controle van het Bestuur op de boekjes der Boerenleenbanken. Wij hebben jaar in jaar uit op het groote gewicht ge* wezen van de volgens artikel 26 der statuten voorge* schreven controle op de spaar*, voorschot* en loopende* rekeningboekjes bij onze Boerenleenbanken. Ervaringen van den allerlaatsten tijd hebben wederom aangetoond van hoe buitengewoon groote beteekenis deze controle is en welk een groot verzuim een Bestuur pleegt, dat deze controle nalaat of niet behoorlijk ver* richt. Het is daarom, dat wij nogmaals met allen klem er op aandringen, dat bij geen enkele Boerenleenbank verzuimd worde alle onder de mensehen zijnde boekjes op te vorderen en desnoods zelf op te halen, opdat zij stuk voor stuk en post voor post door het Bestuur kun nen worden gecontroleerd. Het is niet voldoende, dat het Bestuur zich er alleen van vergewist of het saldo tenslotte klopt, maar er moet ook post voer post wor* den nagegaan, of de inschrijving en dateering in het dag boek overeenstemt met het spaarboekje, voorschot- boekje, of boekje voor loopende rekening zelf. Wij herhalen, dat het niet zonder reden is, dat wij hierop zoo aandringen, maar dat het in de praktijk is gebleken, dat het achterwege blijven van die afdoende controle door het Bestuur heeft geleid tot fraude en geldelijke nadeelen, waarbij tenslotte het in gebreke zijnde Bestuur niet vrij uit gaat. Wij vertrouwen dan ook, dat de Besturen onzer Banken niets zullen nalaten om 'deze controle zoo afdoend en volledig mogelijk te doen zijn. Men zorge daarom tijdig voor het ophalen der boekjes, eventueel voor het doen inleveren der boekjes tegen liet einde van het jaar, waarvoor b.v. afkondiging bij de kerk of van de plaats, waar de gewone afkondigingen plaats hebben, het zenden van een circulairtje, het plaatsen van een advertentie in een lokaal blad, maar bovenal het persoonlijk door de beheerders ophalen der boekjes, zeer doeltreffende middelen kunnen zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 5