1788 mag de opdracht daartoe slechts gegeven worden, nadat alles definitief geregeld en vooral de nieuwe schuld* bekentenis door de betrokkenen behoorlijk ondertee* kend is. Als een borg overhuist naar een andere gemeente, geldt vrijwel hetzelfde n.1. dat het houden van toezicht door Bestuur en Raad van Toezicht bemoeilijkt, zoo niet onmogelijk gemaakt wordt. Daarom is het ten zeerste aan te bevelen, ook dan de noodige voorziening niet ach* terwege te laten, maar aan te dringen op vervanging van borgen. Het Bestuur en de Raad van Toezicht moeten steeds in staat blijven de verplichtingen der leden te overzien. Dat is een van de grootste en voornaamste punten van hun verantwoordelijke taak als vertrouwens* persoon der leden. Het Volkscrediet in Nederlandsch-Indië. IV. (Vervolg van bl. 1722, 1755 en 1770). Desa-Loemboengs. Bij de inlandsche bevolking in Indië heerscht nog voor een gedeelte de ruilhandel in de voortbrengselen van het land. En vooral de rijst, die het koren van Indië is, speelt er een groote rol. Er wordt door velen gespaard in rijst, in plaats van in geld. Ên als de oogst verteerd is, en er rijst noodig is, zoowel voor het voedsel als vooral voor het inzaaien, dan gaat men rijst „leerten". Omdat er ook op deze wijze zoo n ontzettende woeker werd gedreven, heeft men in zeer vele desa's of dorpen graanschuren (loemboengs) opgericht, waar de inlander rijst kan lee* nen. Zoodra de oogst binnen is, betaalt hij de geleende rijst terug, maar natuurlijk met een zeker percentage meer, dat als rente geldt. De oprichting en het beheer van zulke graanschuur of loemboeng kosten natuurlijk geld; waar slechts kleine hoeveelheden worden uitgeleend is de boekhouding uit*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 8