1790 van de Centrale Kas wordt gerapporteerd, dat de loem* boengs door de gevolking zeer op prijs worden gesteld. Het gebeurt meermalen, dat de bevolking gaarne hoogere rente betaalt, indien die noodig is, om de loemboeng in stand te houden. Nog steeds is het loemboengwezen in het overgroote deel der regentschappen op Java vee uitgebreider, dan het desa*bankwezen, al gaat dit laatste gestaag vooruit. Op Madeira en in de buitengewesten komen padidoemboengs niet voor. In een ander Jaarverslag (1926/27) lazen we, dat voor* stellen tot opheffing der loemboengs niet altijd uit den boezem der bevolking voortkomen, maar meermalen is zulke opheffing het verlangen der hoofden, 't zij dat zij zelf weinig voor die instelling voelen, 't zij, wat ook nu en dan voorkomt dat zij zelf rijst uitleenen, en in de loemboengs een concurrent zien. Desa-loemboengs op Java. JAAR Aantal loem boengs Aantal leeners Uitgeleend (in pikols) Gemiddeld per leener (in pikols) Gemiddeld p. boemboeng (in pikols) 1917 10.858 1.359.000 1919 9.974 1.561 000 1921 9.033 1.344.600 1.658.000 1.23 192 1923 7.403 1.089.000 1.587.000 1.46 222 1924 6.864 1.200.000 1.671.000 1.39 250 1925 6.453 1.138.000 1.614.000 1.42 254 1926 6.182 1.272.000 1.677.000 1.31 283 1927 6.071 1.195.000 1.723.000 1.44 288 Een pikol is in Nederlandsch-Indië ruim 61.5 K.G. De prijs van de rijst of padi wisselt nogal af; gemiddeld is de prijs van een pikol padi ongeveer vier gulden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 10