1756
leven. Er heerscht tusschen de bewoners, vooral waar
gemeentelijk bezit bestaat, eene groote mate van solidas
riteit. In veel desa's is eene vereeniging van ingezetenen,
waaraan de deelgerechtigden in de gemeentelijke velden
en hun vrouwen moeten deelnemen. Deze vereeniging
moet verschillende maatregelen nemen ter bevordering
van de belangen der desa. De bevolking is verdeeld in
personen, die een eigen huis en erf bezitten, en deels
gerechtigden zijn in de gemeentevelden, en in personen,
die door werken voor anderen in hun onderhoud moeten
voorzien (landbouwers en landarbeiders zouden we in
Nederland zeggen). Aan het hoofd van het dorp staat
het dorpsbestuur, gekozen door de eerste categorie. De
voornaamste persoon hiervan is het dorpshoofd, die bij=
gestaan wordt door een raad.
De Nederlandschslndische Regeering betracht tegem
over al deze bemoeiingen der desasbewoners een politiek
van onthouding, ofschoon zij in enkele gevallen de
macht heeft in te grijpen.
Deze enkele gegevens omtrent Indische toestanden
zijn noodig, om de inrichting van het volkscrediet in
Nederlandschslndië beter te begrijpen. Als men bes
denkt, dat enkel in Java meer dan 30.000 desa's of dors
pen zijn, zal men terstond begrijpen welk een omvang
dit volkscrediet kan nemen.
Doel.
Men onderscheidt twee soorten Desasbanken, n.1. hans
delsbanken en landbouwbanken.
De eerste soort geeft crediet aan de bewoners van
het dorp voor de uitoefening van handel en bedrijf, ters
wijl de landbouwbank kleine landbouwcredieten vers
strekt.
Zeer dikwijls geeft de Desasbank de beide soorten
van crediet, wijl het doel, waarvoor de leeningen worden
gebruikt, niet of zelden gecontroleerd wordt. Het hoofds
doel immers is om te voorzien in de behoefte aan klein
crediet, voor welke doeleinden ook. Daarom is er pracs
tisch tusschen beide soorten van crediet slechts vers