zicht, dat er voldoende redenen zijn, om dien persoon
af te wijzen, dan handhaaft de Raad van Toezicht het
besluit van het Bestuur, en die persoon wordt definitief
afgewezen.
Maar zou de Raad van Toezicht tot de bevinding
komen, dat er slechts gezochte of onjuiste redenen
door het Bestuur worden aangehaald, en dat de weige*
ring bijvoorbeeld, wegens een familieveete of wegens
redenen van dorpspolitiek is geschied, dan zal de Raad
van Toezicht aan dien persoon recht moeten laten ge*
schieden, door hem aan te nemen tot lid. En het Bestuur
is dan verplicht zijne medewerking te verleenen, opdat
die persoon ook wettelijk als lid worde aangenomen.
Bij de ontzetting van een lid door het Bestuur, heeft
het ontzette lid eveneens het recht, om in beroep te
komen bij den Raad van Toezicht. De Raad onderzoekt
het geval, en wanneer hij bevindt, dat de ontzetting
terecht is uitgesproken handhaaft hij het besluit van het
Bestuur. Zou daarentegen de Raad van Toezicht van
oordeel zijn, dat de ontzetting ten onrechte is uitgespro*
ken, dan heeft het besluit van het Bestuur geen gevolg,
en blijft de persoon lid der Boerenleenbank.
Bij het weigeren van een voorschot of een crediet in
loopende rekening door het Bestuur kan wederom het
lid aan wien zulk voorschot of crediet geweigerd werd
in beroep komen bij den Raad van Toezicht. Na onder*
zoek beslist de Raad van Toezicht of het besluit van het
Bestuur zal worden gehandhaafd, dan of het gevraagde
voorschot of crediet alsnog zal worden verleend.
Men ziet, dat door deze bepalingen ten allen tijde ge
waakt wordt tegen partijdigheid of onjuiste opvattingen
van het Bestuur.
De Raad van Toezicht heeft de volgende ver
plichtingen:
5°. voorschriften te geven omtrent de belegging
der gelden en de bewaring der gelden en stukken
van waarde.
In de statuten der Boerenleenbanken heeft het woord
„belegging" de beteekenis van het plaatsen van die gek
1752