1701 aan de gemeenschappelijke reserve, waarna ter beschik* king dezer algemeene vergadering blijft 10.023.91. Dit bedrag stellen wij voor te bestemmen voor den R. K. Nederlandschen Boeren* en Tuindersbond om het ten deele voor eigen behoeften te besteden en ten deele daarvan aan andere bevriende landbouworganisaties in overleg met ons Bestuur subsidie te verleenen. Tot slot, mijnheer de Voorzitter, rest mij nog een woord van dank te spreken tot onze Directie en het personeel, die in het afgeloopen jaar weder al hunne energie en hunne beste krachten gaven voor het tot bloei brengen onzer Bank, dank aan mijn medebestuurders, aan de leden van den Raad van Toezicht, aan de Com* missie van Advies, en aan allen, die hebben mede* gewerkt tot den bloei in onze organisatie, dank niet in het minst aan onze plaatselijke besturen, leden van den Raad van Toezicht en kassiers, dank aan alle leden onzer Banken voor hun eendrachtige en heerlijke samen* werking en ten laatste bovenal dank aan God, Die ons het bereiken van deze resultaten weder heeft mogelijk gemaakt. Na deze toelichting, meermalen door applaus onder* broken, zegt Mr. Aquarius: Geachte Vergadering, ik ge* loof, dat ik geheel in uw geest handel, als ik den heer Fleskens dank zeg, niet alleen voor de woorden, die hij zooeven gesproken heeft, maar ook voor al het vele werk dat hij persoonlijk en dat het Bestuur met hem in het afgeloopen jaar weder heeft verricht, om den goeden gang van zaken bij onze Centrale te bevorderen. Ook sluit ik mij van harte aan bij zijn woorden van dank ge* richt tot de Directie en het personeel. Ik geloof, dat ik niet te veel zeg, als ik beweer, dat de leiding van onze Centrale bij het Bestuur, bijgestaan door de Directie, in uitnemende handen is, en ik herhaal dat wij hun danken voor alle werk dat zij doen in het belang der Bank. De afgevaardigde van Swalmen vraagt, of niet een deel der winst kan bestemd worden voor het Dr. Schaep* mandfonds.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 9