1696
hetgeen met verleden jaar vergeleken een vooruitgang
beteekent van 332.633.10 (bijna 3iU ton).
De gezamenlijke reserves onzer plaatselijke Banken
bedroegen per 31 December 1926 ongeveer 4.200.000.
en wij kunnen deze thans veilig per 31 December 1927
schatten zooals U bekend is, beschikken wij eerst aan
het einde van dit jaar over juiste gegevens op ruim
4.700.000.—.
Ik zeg dus niet te veel als ik beweer, dat onze organi*
satie, zoowel de Centrale Bank, als de haar samenstel*
lende gezamenlijke Boerenleenbanken, er uitstekend
voorstaan. Jaar in jaar uit gaat haar gestadige groei
voort en nu zij eenmaal de kinderschoenen zijn ont*
wassen, gaat de versterking naar binnen en naar buiten
met krachtige schreden voorwaarts.
Naast God danken wij dit, ik heb het zoo juist reeds
gezegd, aan de uitstekende en voorbeeldige samenwer*
king die bij onze Boerenleenbanken vanzelfsprekend is,
zoo zelfs dat zij als een model van goeden en gezonden
coöperatiegeest aan eenieder mag worden voorgesteld.
Mijnheer de Voorzitter. Ik zeg aan eenieder en zeker
niet het minst aan hen, die altijd met een zeker scepticis*
me tegenover onderlinge samenwerking op financieel
terrein plegen te staan, die niet gelooven in een christe*
lijke solidariteit, die geen vertrouwen hebben in de hoo*
gere beginselen van een oprechte Christelijke naasten*
liefde en zelfopoffering, wanneer het zaken betreft,
waarbij het geld een zoo voorname plaats inneemt als
bij het credietwezen het geval is.
In dit opzicht hebben wij aan de buitenstaanders en
zeer zeker ook aan onze tegenstanders een uitermate
schoone les gegeven, die vooral voor ons zoo heerlijk is
omdat zij ons als het ware verheft boven het gewone
alledaagsche uit en ons opvoert in het schoone Rijk der
idealen, die zijn en blijven van hoogere orde omdat zij
oorsprong vinden in Hem die zelf Liefde is en de liefde
als eerste en voornaamste gebod aan zijne volgelingen
heeft nagelaten.
Mijnheer de Voorzitter. 1927 was voor ons een jaar
waarin in volle rust aan de steeds verdere uitbouwing