1707
stuur der Centrale Bank de besluiten der Algemeene
Vergadering moet uitvoeren, waaruit volgt, dat dit Bes
stuur in 1932 geene Boerenleenbanken als leden mag
aannemen of behouden, die hare statuten niet gewijzigd
hebben volgens de besluiten der Algemene Vergadering.
Het Bestuur staat hier met gebonden handen. Wil de
afgevaardigde daarin verandering brengen, dan moet hij
deze zaak bij de Algemeene Vergadering aanhangig
maken.
Door twee afgevaardigden werd de vraag besproken,
of de Boerenleenbanken, die toch ook flinke reserves
moeten zien te krijgen, niet hierbij zouden kunnen ge*
holpen worden door eene renteverhooging van de depo=
sito's bij de Centrale Bank.
Van de Bestuurstafel werd geantwoord, dat de Boes
renleenbanken zeer zeker moeten trachten flinke resers
ves te vormen, maar de Centrale Bank niet minder. Ges
lukkig zijn de Reserves bij de Centrale Bank reeds groot,
maar als men in aanmerking neemt de vele tientallen
millioenen guldens, die er belegd zijn, dan mag men met
de huidige hoogte van het Reservefonds nog niet tevres
den zijn.
Nog werd door een afgevaardigde de vraag ter sprake
gebracht of men niet eene aansprakelijkheid zou kunnen
vorderen van de spaarders bij de Boerenleenbanken, die
geen leden van de Bank zijn.
Van de Bestuurstafel werd gezegd, dat dit eene ges
heele nieuwe vraag was, die het Bestuur in studie kan
nemen. Wel zullen de spaarders, zoo oppervlakkig ges
zien, dan liever lid worden, omdat zij dan ook nog het
Bestuur kunnen kiezen. Waar het doel der vraag onges
twijfeld was, dat er gevaar bestond dat deze spaarders
't eerst er bij zullen zijn, om hun geld terug te vragen bij
t eerste gerucht dat er komt, hoe dwaas dan ook, werd
de raad gegeven, om voor deze gelden van derden een
langen opzegtermijn te vorderen. In België worden door
de Boerenleenbanken gelden aangenomen met opzegs
termijnen tot 10 jaren toe.
Ook werd nog gevraagd of de hoogte der vacatiegels
den bij de plaatselijke Boerenleenbanken niet zoude