1703 Tot leden van den Raad van Toezicht: de heeren L. van Duynhoven te Groesbeek, met 451 stemmen; A. H. Loohuis te Beuningen (O.) met 447 stemmen; N. Dekker te Obdam met 446 stemmen en C. Moors te Vosmeer, lid van het Dagelijksch Bestuur van den Noordbrab. Chr. Boerenbond en voorheen gedurende jaren lid van de Commissie van Advies van de Coöp. Centrale Boerenleenbank, met 419 stemmen. Vaststelling van het uittredegeld der Boerenleenbank te Kerkrade. Van de bestuurstafel wordt de volgende toelichting gegeven, waarom de Boerenleenbank te Kerkrade uit ons verband moest treden. Het was voor het Bestuur der Centrale Bank dubbel onaangenaam, dat zij de Boerenleenbank te Kerkrade moest verzoeken, het lidmaatschap op te zeggen, omdat het hier betrof een der oudste banken, die echter zoo* danig van karakter veranderd is, ten gevolge van de veranderingen, door de mijnen en de industrie teweeg* gebracht, dat zij niet meer als Boerenleenbank kon worden beschouwd. Hoe noode ook, toch moest het Be* stuur ertoe overgaan deze bank los te laten. Daar was niets aan te doen, omdat onze organsiatie moet blijven wat zij in haar opzet altijd geweest is n.1. een zuivere 6oeren*organisatie. Als dan ook de veranderingen in om* standigheden, industrieën en dergelijke in een streek van dien aard zijn, dat de landbouwers verdwijnen, dan is het onvermijdelijk, dat de bank van de landbouwers als zoodanig denzelfden weg opgaat. Zoo heeft ons Bestuur met volledige goedkeuring van den Raad van Toezicht besloten de lijn die vroeger reeds werd aangegeven: „boeren*crediet", door te trekken, en dientengevolge is de Bank te Kerkrade uitgetreden. Wij hebben echter besloten de bank met het oog op de aan* gename relaties van jaren her, met raad en daad te blijven steunen, ook al was er nu eenmaal geen plaats meer voor haar in onze organisatie. Onze statuten schrijven nu eenmaal voor, dat banken

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 11