1690 debiteur niets in handen. Na 16 maanden 10 te hebben betaald was onze geldnemer dus slechts 100 vooruit gekomen. Als men nu weet, dat een dergelijke omrekes ning nóg eens gebeurde tijdens het afbetalen, dan zal men begrijpen, dat 't rentepercentage hier tot in 't fan* tastische steeg! Een geheel ander cachet dan deze woekeraars van allerlei slag dragen een drietal particuliere instellingen, die opgericht zijn om aan ambtenaren en andere pers sonen met vast salaris geld, eventueel zonder borg, te verstrekken. Haar voorwaarden zijn als volgt: Bank A. Leening van 300 zonder (of met financieel zwakken) borg, onder onderpand van verzekeringspolis en tegen cessie van loon. Terug in 12 achtereenvolgende maandtermijnen van 25. Afgehouden: Hoofdsom 300. De voorschotnemer heeft nu gedurende 1 maand 267 van de Bank in handen, de volgende maand 242 en zoo voorts, tot de laatste maand 17. Hij betaalt op deze wijze voor zijn leening c.a. 24% per jaar. Buiten beschouwing is bij deze renteberekening ges laten: eenerzijds: de restitutie, na gunstige afwikkeling van het voorschot, van de risicopremie in den vorm van een ins schrijving op de Bank, rentende 5%, welke inschrijving, wanneer zij eenmaal mocht aangroeien tot 25, voor de helft van het bedrag kan worden ingewisseld; anderszijds: a. de informatiekosten, bij indiening der (eerste) aanvrage te voldoen ad 1.75; b. eenige zegeb Rente 6% Afsluitprovisie 1% Administratiekosten 1% Risicopremie 2% Cessie 1% Uitbetaald 267.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 14