1665 tigen, in de hoop dat, mede door Uw steun en aanbes veling, deze tak ook spoedig tot volle ontwikkeling zal komen. Het saldo der winst over het afgeloopen boekjaar bedraagt 3.761,99 dat wij voorstellen overeenkomstig art. 43 te verdeelen als volgt: 10% aan het reservefonds 376,20 5% div. aan de aandeelhouders 1.740, 2.116,20 waarna blijft te verdeelen 1.645,79 Van dit bedrag komt: 20% aan aandeelhouders 329,17 40% aan het reservefonds 658,32 15% aan den directeur 246,86 15% aan de beambten 246,86 10% aan ged. commissarissen 164,58 1.645,79 Aan aandeelhouders komt derhalve 2.069,17 bes nevens het onverdeeld dividend van boekjaar 1926 ad 115,95 is in totaal 2.185,12 en stellen wij U voor hiers op uit te keeren een bedrag van 2.088, zijnde behalve de statutaire uitkeering van 5% een extra dividend van 1%, in totaal 6% over het gestorte kapitaal. Het saldo van 97,12 stellen wij U voor op nieuwe rekening over te dragen. Het reservefonds bedroeg 31 December 1926 6.303,07 en vermeerderde door: bijstorting uit de winst over 't boekjaar 1926 met 638,74 gekweekte rente 395,35 en bedroeg dus op 31 December 1927 7.337,16 Na deze winstverdeeling zal het reservefonds bes dragen 8.371,68 bij een geplaatst kapitaal van 348.000, en verzoeken wij Uwe aandacht voor den hierbij opges nomen staat van aandeelhouders. Het onder het hoofd „Belegde Reserve" geboekte bes drag bestaat uit:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 5