1664 Aan de aandeelhouders der N. VBorgmaatschappij van den Nederlandschen Boerenbond. Mijne Heeren, Ter voldoening aan het voorschrift, vervat in art. 38 der statuten, hebben wij de eer U hiermede verslag uit te brengen omtrent den toestand der vennootschap en bieden U hierbij aan de Balans per 31 December 1927 en de Verlies* en Winstrekening over het afgesloten boek* jaar 1927, vergezeld van het rapport van den Accountant en het prae*advies van den Raad van Commissarissen. Zooals U uit het verslag zal blijken, hebben de zaken onzer Vennootschap zich over 1927 gestadig ontwikkeld en mogen de bedrijfsresultaten alleszins bevredigend genoemd worden. Bij het aangaan der borgstellingen is de noodige voor* zichtigheid steeds in acht genomen, schade is niet ge* leden, terwijl onze risico's voor zeer behoorlijke be* dragen zijn gereassureerd bij zeer soliede binnenland* sche maatschappijen. De vooruitgang in de aangegane borgstellingen voor bedrijfscredieten is het grootst geweest en geeft deze in vergelijking met het cijfer van 1926 eene vermeer* dering te zien van ruim 200.000. Het aantal inge* komen aanvragen van de zijde van Heeren Kassiers van Boerenleenbanken is, ofschoon niet onbelangrijk geste* gen sinds verleden jaar, toch beneden onze verwachtin* gen gebleven. Overwegingen van geldelijken aard kun* nen en mogen daarbij toch niet meespreken. Eerstens is ons premiestarief uiterst billijk gesteld en tweedens kan de Boerenleenbank, wanneer daarvoor termen aanwezig zijn, die premiekosten geheel of gedeeltelijk voor hare rekening nemen, ingevolge het besluit der Algemeene Vergadering van de Coöperatieve Centrale Boerenleen* bank de dato 30 Mei 1927 gehouden. Op deze zeer te apprecieeren tegemoetkoming hebben wij in het afgeloopen boekjaar, en wel in onze circulaire van November 1927 nog eens uitdrukkelijk gewezen en ook thans willen wij daarop opnieuw de aandacht ves*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 4