MAANDELIJKSCHE
MEDEDEELINGEN
No. 141.
MAART 1928.
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN
Waarom dienen de Boerenleenbanken zich te
onthouden van het geven van crediet aan
middenstanders en werklieden?
IV.
De statuten onzer plaatselijke Boerenleenbanken
schrijven uitdrukkelijk voor, dat alleen voorschotten en
credieten in loopende rekening mogen gegeven worden
aan oppassende landbouwers tot werkelijke verbetering,
instandhouding of ter voorkoming van achteruitgang van
hun bedrijf.
Wanneer de bestuurders onzer Boerenleenbanken af»
wijken van de toepassing dezer statuten laden zij een
groote verantwoordelijkheid op zich; en wanneer mid»
denstanders aanvragen doen om crediet, kunnen de
bestuursleden steeds met het volste recht erop wijzen,
dat zij in strijd zouden handelen met de statuten, indien
zij dergelijke aanvragen inwilligden.
Bij het 25»jarig bestaan eener bij de Centrale van Eind»
hoven aangesloten Boerenleenbank kon het Bestuur
met fierheid getuigen, dat deze Bank, in al de jaren van
haar bestaan, nog geen cent verlies had geleden op de
uitgeleende gelden. Maar het Bestuur had zich ook stipt
aan de Statuten gehouden.
Indien er bij de Boerenleenbanken verliezen geleden
worden, dan is het toch wel in 9 van de 10 gevallen bij
credieten, die niet strikt tot het boeren» of tuinders»