1671
Zorg voor het Landbouwcrediet in het Buitenland.
Meermalen hebben wij reeds gelegenheid gehad de
aandacht te vestigen op de weinige waardeering, die het
Landbouwcrediet in ons Land ondervindt, in tegensteb
ling van wat in de meeste cultuurstaten gebeurt. In vele
landen van Europa wordt het Landbouwcrediet op de
meest royale wijze geholpen ,en tracht men dit te ont?
wikkelen en aan zijn doel te doen beantwoorden, ook al
kost dit geldelijke opofferingen aan den Staat.
Thans zien wij wederom, hoe de Pruisische Staat het
Landbouwcrediet, voor welks ontwikkeling het in 1895
de zoogenaamde Preussenkasse oprichtte, krachtdadig
wenscht te steunen.
Zooals men weet, is de Preussenkasse (verkorting van
den eigenlijken naam die is: Preussische Zentralgenos?
senschaftskasse) opgericht, om de Oppercentrale te zijn
van de Centrale Boerenleenbanken en Centrale Volkss
banken in Pruissen; de Staat nam in het kapitaal deel
eerst voor enkele millioenen Mark, welk bedrag steeds
hooger werd, en vóór den oorlog tot een 70 millioen
steeg.
Na den oorlog, en vooral na den inflatiestijd had de
Preussenkasse wederom de taak, om vooral het Lands
bouwcrediet te helpen. De Pruisische Staat nam thans in
het aandeelenkapitaal deel voor 45 millioen Mark, en de
verschillende Centrale Banken voor 33 millioen Mark.
De landbouw in Duitschland beleeft, zooals bekend
is, een groote crisis, vooral door den grooten schulden?
last, die op de boeren rust; daarom had de Preussen?
kasse zich genoodzaakt gezien aan den landbouw groote
credieten te geven en wel op langen termijn, zoodat zij
niet meer over voldoende liquide middelen beschikte.
Om hierin tegemoet te komen, wil thans Pruisen het
bedrag, dat het in de Preussenkasse gestoken heeft, met
130 millioen Mark verhoogen en brengen op 175 millioen
Mark.
Men zal moeten bekennen, dat men in Pruissen het
hooge gewicht van het landbouwcrediet wel ter dege